Alles Over Archeologie Piramide landschap - Alles Over Archeologie Banier

Megiddo


Megiddo -- Armageddon
Megiddo is de thuisplaats van de oude stad die in het Grieks Armageddon wordt genoemd; een samentrekking van Har Megiddo, wat in het Hebreeuws “de berg van Megiddo” betekent. Megiddo bevindt zich aan het einde van een pas door de Bergkam van Karmel op een oude handelsroute tussen Egypte en Mesopotamië. Vanwege deze strategische locatie was Megiddo duizenden jaren lang een belangrijke stad.


Megiddo – Een lange geschiedenis van veldslagen
Megiddo was al een vestiging lang voordat het een Kanaänitische stadstaat werd. Hier werd in 1479 voor Christus de beroemde Slag om Megiddo gestreden tussen Thoetmosis III van Egypte en de koningen van Megiddo en Kadesj (koning Doeroesja). Volgens de beschrijving op de muren van de tempel van Thoetmosis III in Karnak behaalden de Egyptenaren de overwinning, maar bleef de stad in handen van de Kanaänieten. Gedurende het Kanaänitische tijdperk werden offerhoogten, zoals het ronde altaar te Megiddo, gebruikt om offergaven aan de Kanaänitische goden te brengen, wat een onophoudelijk godsdienstig probleem (syncretisme) vormde voor de Israëlieten in het tijdperk van de Rechters.

Megiddo was ten tijde van het Israëlitische koninkrijk een belangrijke stad. Zij werd door Tiglat-Pileser III en de Assyriërs veroverd, werd later herwonnen door de Israëlieten en bleef na de Babylonische veroveringen onbewoond achter. De Romeinen bouwden vlakbij de locatie een kampement, in de 2e of 3e eeuw na Christus, en in diezelfde periode werd er vlakbij de locatie een kerk gebouwd. Deze werd recentelijk ontdekt tijdens werkzaamheden in de gevangenis van Megiddo en bevat vis-symbolen, mozaïeken en een Griekse inscriptie die stelt dat de kerk is gewijd aan “God Jezus Christus”.

Tijdens de Israëlitische veroveringen onder Jozua werd de koning van Megiddo door de Israëlieten verslagen, maar de stad werd pas ingenomen in het tijdperk van de monarchie (Jozua 12:21, Rechters 1:27). In deze tijd, de 14e eeuw voor Christus, wordt Megiddo vermeld in zes van de Amarna-brieven van koning Biridja van Megiddo aan de Egyptische overheid. Later bleef Megiddo een Kanaänitische stad en werd de stad korte tijd door Filistijnen bestuurd, voordat de Israëlieten de stad uiteindelijk veroverden en bewoonden.


Megiddo – Salomo's koninkrijk
Veel archeologen geloven dat Megiddo solide bewijs levert voor muren en gebouwen uit de 10e eeuw voor Christus, de tijd van Salomo's koninkrijk.

    “Dit nu is de kwestie van de lichting voor de herendienst, die koning Salomo liet opkomen om het huis van de HEERE, zijn eigen huis, de Millo, de muur van Jeruzalem, Hazor, Meggido en Gezer te bouwen” (1 Koningen 9:15).
De interessantste structuur is een zogenaamde “Salomitische” stadspoort met zes binnenkamers, zoals ook op andere locaties in Israël uit deze periode wordt aangetroffen. De stadspoort zelf bestaat feitelijk uit zes kamers, waarvan de functie onbekend is, maar die mogelijk gebruikt werden als wachtpoorten. De gevels van de poorten te Megiddo, Hazor en Gezer zijn uniek, met hoog uitstekende torens en een brede centrale doorgang. Een ander kenmerk van Megiddo dat vaak in verband wordt gebracht met Salomo is een gebouwencomplex waarvan men aanvankelijk dacht dat daar de paarden en wagens werden gestald en die de naam “Salomo's Stallen” droegen. Vergelijkbare gebouwen zijn ook te Hazor en Beerseba gevonden, maar een alternatieve theorie stelt dat deze structuren pakhuizen waren, vanwege de materialen die elders in de kamers werden aangetroffen. In Megiddo lijkt het ook om een pakhuis te gaan, vanwege de enkele ingang, de nauwe gangpaden en enkele andere kenmerken die aangeven dat het gebouw zou stammen uit de tijd van Achab. Als deze datering correct is, dan kunnen gebouwen uit de tijd van Salomo, mogelijk stallen, in toekomstige opgravingen alsnog worden gevonden.


Megiddo – Vermeldenswaardige ontdekkingen
Vermeldenswaardige artefacten die in Megiddo zijn ontdekt, zijn onder andere een kleitablet met daarop een gedeelte van het Epos van Gilgamesj in spijkerschrift, het Zegel van Jerobeam II en een fragmentarische stele van Sjosjenq I, de farao Sisak uit de Bijbelse boeken. Het Epos van Gilgamesj is een van de beroemdste verhalen uit de oude wereld. Er zijn meerdere kopiën van ontdekt, waarvan het merendeel in Mesopotamië. Jerobeam II, zoon van Joas, heerste van ca. 790-750 voor Christus over het noordelijke koninkrijk (2 Koningen 14:23-29). Tijdens opgravingen werd in Megiddo een zegel gevonden uit het midden van de 8e eeuw voor Christus. Op het zegel staat: “Eigendom van Sema de dienaar van Jerobeam”, een getuigenis van het bestaan van deze koning van Israël. Het zegel zelf is helaas verloren gegaan tijdens het transport naar het museum van Istanboel, maar voordat dit gebeurde was er een bronzen afdruk van het zegel gemaakt. Bewijs voor de oorlogscampagne van Sjosjenq I tegen Israël en Juda kan in Megiddo gezien worden in een verwoestingslaag en een fragmentarische stele. De stad zelf wordt vermeld op de lijst van veroverde steden in de Tempel van Amon in Karnak. Deze campagne door Sisak werd waarschijnlijk gevoerd tegen Jerobeam van Israël en Rehabeam van Juda, zoals wordt aangegeven door 1 Koningen en 2 Kronieken. Geen van beide namen wordt vermeld op de Egyptische inscripties, maar dit is niet verrassend omdat er op deze lijst geen persoonlijke namen voorkomen.

Op dit moment in de geschiedenis van het verdeelde koninkrijk besteedden de Hebreeuwse schrijvers niet veel aandacht aan het noordelijke koninkrijk. Er bestaat daarom geen informatie over Sjosjenqs aanvallen op het noorden. Het is mogelijk dat Jerobeam eenvoudigweg gedwongen werd om cijnzen te betalen, maar zich in plaats daarvan verzette tegen de farao en daarom door de Egyptenaren werd aangevallen. Sjosjenq is mogelijk de naam van maar liefst zes verschillende farao's tijdens de 22e Dynastie, maar er zijn geen aanwijzingen dat een van de anderen gevochten heeft in de Levant. Bovendien werd de unieke combinatie van de vorstennaam (“Sjosjenq, Geliefde van Amon”) en persoonlijke naam (“Hedj-Kheper-re Setepenre”) van Sjosenq I vermeld op deze stele van Megiddo. De dateringen van Sjosjenq I (Sisak) en Rehabeam stammen uit dezelfde tijdsperiode, al worden zij berekend uit verschillende bronnen. Sisak heerste ongeveer van 945-924 voor Christus, Rehabeam ongeveer van 931-914 voor Christus. De veldslagen in Juda en Israël vonden volgens beide berekeningen plaats in ongeveer 926 voor Christus. Het is dus duidelijk dat deze gebeurtenissen in de Levant, de tijdsperiode en de naam van de farao overeenkomen met de verslagen in 1 Koningen en 2 Kronieken, al is de stele van Megiddo fragmentarisch en wordt het precieze doel ervan niet vermeld, en al noemt de lijst van Karnak geen koningen van Juda of Israël (deze topografische lijsten vermelden alleen de steden en dorpen, maar niet de heersers).


Megiddo – Farao Necho verslagen
Een andere beroemde veldslag vond plaats in Megiddo toen farao Necho II (610-595 voor Christus), tijdens zijn inspanning om de Assyriërs bij te staan tegen de Babyloniërs in de lente van 609 voor Christus, de strijd aanging met Josia, koning van Juda. Volgens de verslagen in 2 Koningen 23 en 2 Kronieken 35 streed Josia zelf in de veldslag in het dal van Megiddo, waar hij werd verwond en stierf. Niet veel later werd Joahaz door Necho II gevangen genomen en werd Jojakim als koning over Juda aangesteld. Necho II streed later in de befaamde Slag bij Karkemish, waarin het bondgenootschap tegen de Babyloniërs werd vernietigd.


Graaf dieper!

Met dank aan Titus en onze vrienden van Drive Thru History. Copyright 2010 – Alle rechten voorbehouden in het origineel.



WAT DENK JIJ?
Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: "Jezus is Heer", dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

Wat is uw reactie?

Ja, ik wil Jezus volgen

Ik ben al een volgeling van Jezus

Ik heb nog steeds vragen





Hoe kan ik God kennen?




Waarom zou God je in de hemel moeten toelaten?


Copyright ©2002-2022 AllAboutArchaeology.org, Alle rechten voorbehouden